Beperken 30%-regeling Publicatiedatum: 22-09-2022

Bij kwalificerende inkomende of uitgezonden werknemers kan de werkgever ervoor kiezen om de extra kosten die samenhangen met het tijdelijk verblijf buiten het land van herkomst (de extraterritoriale kosten) belastingvrij te vergoeden. Als aan de voorwaarden wordt voldaan en een beschikking wordt verkregen, kan de werkgever er ook voor kiezen om maximaal 30% van het loon onbelast te vergoeden. Deze forfaitaire vergoedingsregeling voor extraterritoriale kosten wordt de 30%-regeling genoemd. 

De Balkenendenorm

Voorgesteld wordt om de 30%-regeling met ingang van 1 januari 2024 te maximeren tot de zogenoemde Balkenendenorm, die in 2022 is vastgesteld op EUR 216.000 en jaarlijks wordt geïndexeerd. Op het salaris dat boven deze norm uitstijgt kan de 30%-regeling niet meer worden toegepast. Als de 30%-regeling gedurende een deel van het jaar van toepassing is, moet de norm naar tijdsgelang worden herrekend. 

Overgangsrecht

De aftopping tot aan de Balkenendenorm geldt vanaf 1 januari 2024. Voor werknemers die al kwalificeren voor de 30%-regeling en bij wie deze regeling is toegepast uiterlijk in het laatste loontijdvak van 2022, geldt de aftopping pas vanaf 1 januari 2026. Dit overgangsrecht gedurende twee jaar geldt niet voor werknemers die vanaf 1 januari 2023 gebruik maken van de 30%-regeling. Zij worden dus vanaf 1 januari 2024 direct geconfronteerd met de aftopping.

Keuze

Met het oog op de aftopping van de 30%-regeling kan het in sommige gevallen gunstiger zijn om de daadwerkelijke extraterritoriale kosten te vergoeden (weliswaar tegen inleveren van de betreffende bonnen en facturen). Om oneigenlijk gebruik van de regelingen te voorkomen, moeten werkgevers en werknemers vanaf 1 januari 2023 in het eerste loontijdvak van ieder kalenderjaar kiezen voor toepassing van of de forfaitaire 30%-regeling of voor het vergoeden van de werkelijk gemaakte extraterritoriale kosten. Deze keuze geldt dan voor het hele kalenderjaar en wordt kenbaar gemaakt door voor het betreffende loontijdvak ofwel de werkelijk gemaakte extraterritoriale kosten te vergoeden ofwel de 30%-regeling toe te passen. 

Voor de situatie dat binnen vier maanden na aanvang van de tewerkstelling een aanvraag voor een 30%- beschikking wordt ingediend en deze met terugwerkende kracht tot de aanvang van de tewerkstelling wordt afgegeven, geldt een uitzondering op de keuzeverplichting. De werkgever kan in dat geval de keuze maken vanaf het eerste loontijdvak na afloop van de eerste periode van vier maanden. Deze keuze geldt dan eveneens voor de rest van het kalenderjaar.

Praktische gevolgen

Werkgevers dienen in kaart te brengen in hoeverre deze wijziging van invloed is op de belastingpositie van huidige en toekomstige werknemers die in aanmerking komen voor de 30%-regeling. Daarbij moet worden beoordeeld of met de betreffende werknemers een bruto- of een nettoloonafspraak is gemaakt. In het laatste geval is de wijziging kostenverhogend voor de werkgever. In voorkomende gevallen kan het interessant zijn om een uit het buitenland aan te werven kandidaat vóór 1 januari 2023 in dienst te laten treden en om versneld de 30%-regeling aan te vragen. Tot slot brengt de voorgestelde wijziging natuurlijk diverse administratieve gevolgen met zich mee, niet in de laatste plaats met betrekking tot de inrichting van de loonadministratie.

Mocht u vragen hebben over de impact van de wijzigingen van de regelingen, neemt u dan gerust contact op met uw contactpersoon bij Govers.



Deel dit bericht:

We werken graag aan uw ondernemersdromen. Wat zijn uw ambities?

Elke succesvolle klantrelatie begint met een persoonlijke kennismaking. Een gesprek over uw ambitie en hoe wij u daarbij kunnen helpen. Laat hieronder uw gegevens achter en we nemen snel contact met u op.