Nieuw ANBI-beleidsbesluit: strengere eisen en scherper toezicht

De Staatssecretaris van Financiën heeft op 3 juli 2025 een nieuw beleidsbesluit gepubliceerd over de voorwaarden waaraan een algemeen nut beogende instelling (ANBI) volgens de Belastingdienst aan moet voldoen.  Dit nieuwe beleidsbesluit verduidelijkt, scherpt aan en breidt uit op verschillende onderdelen. Belangrijke thema’s zijn onder meer de kwalitatieve en kwantitatieve toets (activiteiten en bestedingen), de bestedingsreserve, de beloning van bestuurders, de terugwerkende kracht van de ANBI-status, en het onderscheid tussen algemeen nuttige en commerciële activiteiten. In dit artikel zetten wij de belangrijkste aandachtspunten uit het besluit voor u uiteen.

Algemeen nut als uitgangspunt: statutair én feitelijk

Een ANBI is een organisatie die zich zowel volgens haar statuten als feitelijk nagenoeg uitsluitend (90%) of uitsluitend inzet voor het algemeen belang. Om als ANBI erkend te worden, moet aan twee voorwaarden worden voldaan:

  1. Kwalitatieve toets: De activiteiten van de organisatie moeten primair en rechtstreeks gericht zijn op het dienen van een algemeen belang.
  2. Kwantitatieve toets: Minstens 90% van de inzet (met name uitgaven) moet aantoonbaar ten goede komen aan het algemeen nut.


Naast de aard van de activiteiten en de financiële bestedingen kunnen ook andere omstandigheden meewegen bij de beoordeling of een organisatie aan de ANBI-criteria voldoet.

Crowdfunding en loketinstellingen

Crowdfunding is een populaire manier om projecten te financieren. Daarbij brengen particulieren of organisaties via een platform geld bijeen voor een specifiek doel. Voor ANBI’s kan crowdfunding een interessante financieringsvorm zijn, maar het is belangrijk om te weten dat dit niet automatisch betekent dat de organisatie ook aan het algemeen nut vereiste voldoet.

Of een crowdfunder als ANBI kan worden aangemerkt, hangt af van de concrete feiten en omstandigheden.  Als de crowdfundingactiviteiten volledig zijn ingebed in de eigen algemeen nuttige doelstelling én er sprake is van voldoende controle en waarborgen, dan kan de organisatie in aanmerking komen voor ANBI-status.

Een bijzondere situatie doet zich voor bij zogenoemde loketinstellingen. Dit zijn instellingen die uitsluitend donaties ontvangen en deze, op aanwijzing van de donateur, doorstorten naar een derde partij. Omdat zij geen eigen algemeen nuttig doel nastreven, voldoen zij in principe niet aan het ANBI-vereiste. Dit is wezenlijk anders dan een steunstichting, die zelf fondsen werft om één of meer ANBI’s te ondersteunen en daarmee wél een eigen algemeen nuttige doelstelling heeft.

Terugwerkende kracht van de ANBI-status

Om duidelijkheid te scheppen is er een aantal situaties opgenomen in het besluit waarin de inspecteur in ieder geval terugwerkende kracht verleent:

  1. Een instelling die op 1 januari bestaat en datzelfde kalenderjaar ANBI-status aanvraagt, kan die status met terugwerkende kracht tot 1 januari krijgen (mits aan de voorwaarden wordt voldaan). Bij gemotiveerd verzoek ook mogelijk als op 1 januari enkel formele vereisten ontbraken.
  2. Een instelling die binnen één jaar na oprichting ANBI-status aanvraagt, kan met terugwerkende kracht vanaf de oprichtingsdatum worden aangemerkt als ANBI. Ook hier geldt: bij gemotiveerd verzoek mogelijk als alleen formele eisen ontbraken.
    Voor nieuw opgerichte instellingen geldt terugwerkende kracht tot de datum van oprichting.
  3. Een bij testament opgerichte stichting kan met terugwerkende kracht vanaf de oprichtingsdatum als ANBI worden aangemerkt, mits:

a) statuten binnen 8 maanden na overlijden zijn aangepast aan de ANBI-voorwaarden; en

b) er geen uitkeringen/schenkingen zijn gedaan in de tussentijd.

4. Een instelling die een nalatenschap of schenking ontvangt en tijdig (binnen 8 respectievelijk 2 maanden) ANBI-status aanvraagt, kan met terugwerkende kracht tot de datum van overlijden of schenking als ANBI worden aangemerkt. Bij gemotiveerd verzoek ook mogelijk bij ontbreken van formele vereisten.

Ook in andere situaties kan een gemotiveerd verzoek tot terugwerkende kracht worden ingediend bij het ANBI Expertisecentrum.

Wordt de ANBI-status ingetrokken, dan blijven giften die vóór intrekking zijn gedaan in principe aftrekbaar voor de schenker, maar de instelling verliest dan wel haar fiscale vrijstellingen.

Bestedingsreserve (anti-oppoteis)

Een ANBI mag niet onbeperkt vermogen oppotten. Volgens het bestedingscriterium mag een ANBI alleen zoveel vermogen aanhouden als redelijkerwijs nodig is voor de continuïteit van haar werkzaamheden ten behoeve van het algemeen nuttige doel. Het is aan de instelling om te onderbouwen waarom zij vermogen aanhoudt. De Belastingdienst beoordeelt of deze onderbouwing en de omvang van het vermogen redelijk zijn. In het besluit zijn enkele handvatten voor de invulling in de praktijk gegeven, namelijk:

  • Continuïteitsreserve: de continuïteitsreserve mag maximaal 1,5 keer het gemiddelde kostenniveau van de afgelopen drie jaar bedragen.
  • Reserve voor voorziene werkzaamheden: vermogen gereserveerd voor concrete, geplande projecten die binnen een redelijke termijn (meestal binnen twee jaar) worden uitgevoerd. Deze projecten moeten duidelijk omschreven en financieel onderbouwd zijn in zowel de administratie als het beleidsplan.


De Belastingdienst beoordeelt per geval of het aangehouden vermogen gerechtvaardigd is. Transparantie en goede vastlegging zijn dus cruciaal.

Stamvermogen bij ANBI’s

Stamvermogen is vermogen dat een ANBI ontvangt via een schenking of uiterste wilsbeschikking (bijvoorbeeld een testament), waarbij de schenker of erflater uitdrukkelijk heeft bepaald dat dit vermogen in stand moet blijven. Een ANBI kan niet zelf vermogen als stamvermogen bestemmen.

Rendement op stamvermogen

Het rendement op stamvermogen omvat niet alleen rente, dividend en huuropbrengsten, maar ook gerealiseerde én ongerealiseerde waardestijgingen. Denk aan koerswinsten op beleggingen of de waardestijging van onroerend goed. In principe moeten alle rendementen ten goede komen aan het algemeen nuttige doel van de ANBI.

De opbrengsten uit stamvermogen moeten, na aftrek van kosten, binnen een redelijke termijn worden besteed aan de statutaire doelstelling van de ANBI. Deze termijn is niet exact gedefinieerd, maar moet aansluiten bij een verantwoord en doelgericht bestedingsbeleid.

Mag een ANBI een vast bestedingspercentage gebruiken?

Sommige ANBI’s hanteren een vast jaarlijks bestedingspercentage, ook als het daadwerkelijke rendement afwijkt. Dit is toegestaan, mits het percentage is gebaseerd op het gemiddelde rendement over de afgelopen vijf jaar én het verwachte rendement voor de komende twee jaar. Dit percentage moet jaarlijks worden herbeoordeeld. Bij een afwijking van 30% of meer is aanpassing verplicht. In principe mag het gekozen percentage tien jaar worden toegepast, mits het redelijk blijft.

Beloningen voor beleidsbepalers (beloningscriterium)

Het uitgangspunt blijft dat beleidsbepalers (zoals bestuurders en toezichthouders) onbezoldigd zijn. Zij mogen alleen een vergoeding krijgen voor daadwerkelijk gemaakte kosten of een niet-bovenmatig vacatiegeld. Het besluit laat ruimte voor een vaste vergoeding, mits deze proportioneel is, gebaseerd op een schriftelijk beleid, en passend bij de omvang en aard van de werkzaamheden.

Een voorbeeld van een vaste vergoeding die is gebaseerd op een veronderstelde vacatie die niet bovenmatig is, zijn de krachtens de WNT vastgestelde bezoldigingsmaxima zoals die gelden voor de voorzitter en leden van de Raad van Toezicht van organisaties die onder het bereik van de WNT vallen.

De WNT ziet uitsluitend op de (semi)publieke sector en de vastgestelde maxima verschillen per sector en per type organisatie. De krachtens de WNT vastgestelde bezoldigingsmaxima kunnen daarom niet voor alle instellingen als uitgangspunt worden genomen.

De Belastingdienst zal naar verwachting strenger controleren op feitelijke beloningen en de verhouding tot de inzet.

Commerciële activiteiten: toegestaan, maar onder voorwaarden

ANBI’s mogen commerciële activiteiten uitvoeren, maar alleen als:

  • De opbrengsten (nagenoeg) volledig ten goede komen aan het algemeen nut.
  • De commerciële activiteiten aanvullend zijn op de kernactiviteiten.
  • De administratie een duidelijke scheiding aanbrengt tussen commerciële en algemeen nuttige activiteiten.


Indien de commerciële activiteiten de overhand krijgen, kan dit gevolgen hebben voor de ANBI-status.

Nadere verduidelijkingen: welzijn, derde landen en governance

  • Algemeen nut omvat ook welzijn. Activiteiten voor ontspanning en persoonlijke ontwikkeling zijn meestal particulier gericht en komen niet in aanmerking voor ANBI. Bij ondersteuning van kwetsbare groepen, zoals ouderen of gehandicapten, kan wel sprake zijn van algemeen nut.
  • ‘Derde landen’ (landen die geen deel uitmaken van het Koninkrijk of de EU en waarmee Nederland geen volledige regeling voor fiscale gegevensuitwisseling heeft) kunnen de ANBI-status verkrijgen mits zij voldoende transparantie waarborgen, bijvoorbeeld via een accountantsverklaring.
  • Instellingen moeten een voldoende brede governance hebben (bij voorkeur drie beleidsbepalers), en duidelijke richtlijnen voor toezicht en uitvoering.


Strenger toezicht op ANBI’s door de Belastingdienst

De Belastingdienst scherpt het toezicht op ANBI’s verder aan. Dit gebeurt onder andere door het uitbreiden van het speciale ANBI-team en de introductie van een digitale ANBI-portal. Daarnaast wordt er extra aandacht besteed aan constructies rondom NSW-landgoederen en wordt er een meldplicht ingevoerd voor organisaties die hun ANBI-status verliezen. Ook wordt onderzocht of er een wettelijk minimumaantal bestuurders voor ANBI’s moet komen. Daarnaast is het streven van de staatssecretaris van Financiën om dit najaar een brief te sturen over de vennootschapsbelastingplicht van stichtingen.

Wat betekent dit voor uw organisatie?

Aangenomen kan worden dat de Belastingdienst mede naar aanleiding van het nieuwe beleidsbesluit scherper zal controleren of aan de ANBI voorwaarden is voldaan Voor instellingen met een ANBI-status is het belangrijk om:

  • De statuten en feitelijke werkzaamheden te toetsen aan de 90%-norm.
  • De vermogenspositie te herzien en te voorzien van actueel bestedingsbeleid.
  • Beloningsregelingen voor beleidsbepalers te (her-)beoordelen en te documenteren.
  • Commerciële activiteiten correct te scheiden en te verantwoorden in de administratie.
  • Governance en transparantie te versterken om aan het toezicht te voldoen.


Let op: Het ANBI-besluit is geen formele wet, maar bevat beleidsregels van de staatssecretaris van Financiën. In dit besluit staat hoe de Belastingdienst de wetgeving rondom ANBI’s interpreteert en toepast. Hoewel het besluit geen formele regelgeving is, is de Belastingdienst hier wel aan gebonden bij de uitvoering van de wet.

Wordt niet voldaan aan de voorwaarden en uitgangspunten uit het besluit, dan kan dit nadelige fiscale gevolgen hebben. In het uiterste geval kan de Belastingdienst besluiten om de ANBI-status in te trekken.

Afsluitend

Govers Accountants/Adviseurs adviseert en ondersteunt u graag bij het aanvragen en beoordelen van de ANBI-status van uw algemeen nut beogende instelling. Mocht u naar aanleiding van dit nieuwsbericht vragen hebben over uw specifieke situatie, dan kunt u contact met ons opnemen via 040 – 2504 504. Wij denken graag met u mee over de gevolgen van deze wijzigingen voor uw onderneming.

Deel dit bericht

Tips, advies en nieuws van de beste uit het vak

Vrijblijvend advies

Tips, advies en nieuws van de beste uit het vak