Regeling voor Vervroegde Uittreding (RVU)

Vanaf 2026 wordt de tijdelijke RVU-drempelvrijstelling structureel ingevoerd. Hierdoor blijft het mogelijk dat werknemers met een zwaar beroep tot driejaar vóór de AOW-leeftijd vervoegd met pensioen kunnen.

RVU-uitkering
Als hoofdregel geldt op dit moment dat werkgevers over RVU-uitkeringen een fiscale strafheffing (pseudo-eindheffing) van 52% moeten afdragen. Op Prinsjesdag is bekend geworden dat deze strafheffing stapsgewijs wordt verhoogd, naar 57,7% vanaf 2026, 64% vanaf 2027 en 65% vanaf 2028.

Om de werknemer toch een mogelijkheid te geven om eerder te stoppen met werken geldt echter een drempelvrijstelling. Tot maximaal het bedrag van de vrijstelling hoeft de werkgever gedurende maximaal drie jaar geen fiscale strafheffing over de RVU-uitkeringen af te dragen. Daarvoor is vereist dat de werknemer maximaal 36 maanden  voor zijn AOW-leeftijd stopt met werken. De werknemer is wel regulier belasting verschuldigd over de RVU-uitkeringen.

Deze RVU-drempelvrijstelling loopt eind 2025 af. Het kabinet, werkgevers en vakbonden hebben in oktober 2024 een akkoord bereikt over het structureel invoeren van de RVU-drempelvrijstelling met ingang van 2026. Het blijft dus mogelijk om RVU-regelingen te treffen.

Voorgesteld is om de drempelvrijstelling (in 2025 € 2.273 per maand) per 1 januari 2026 te verhogen met € 300 bruto per maand voor mensen met een zwaar beroep.Dit bedrag zal jaarlijks worden geïndexeerd gebaseerd op de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon. Of en voor wie die extra vrijstelling geldt wordt beoordeeld door cao-partijen en sociale partners.

 

Deel dit bericht

Tips, advies en nieuws van de beste uit het vak

Vrijblijvend advies

Tips, advies en nieuws van de beste uit het vak