Vanaf 1 januari 2026 treedt een nieuwe herzieningsregeling in werking voor btw op bepaalde diensten aan onroerende zaken (‘vastgoeddiensten’). Deze wijziging maakt geen onderdeel uit van het Belastingplan 2026, maar is reeds aangekondigd in het Belastingplan 2025. De introductie van deze herzieningsregeling kan gevolgen hebben voor iedereen die vastgoed bezit of huurt. |
Aanleiding
De nieuwe regeling beoogt een gelijker speelveld te creëren binnen de vastgoedsector. Aanleiding is onder meer het aanpakken van de ‘short-stay structuur’ waarbij vastgoedondernemers via tijdelijke btw-belaste short-stay verhuur profiteren van btw-aftrek op verbouwingskosten, terwijl het pand daarna btw-vrijgesteld wordt verhuurd. Omdat onder de huidige regels herziening alleen geldt voor investeringsgoederen en niet voor diensten, blijft hierdoor een correctie van de eerder afgetrokken btw uit.
Wat verandert er precies?
Vanaf 1 januari 2026 wordt een herzieningsregeling ingevoerd voor diensten met een duurzaam karakter aan onroerende zaken met een waarde van ten minste € 30.000 (exclusief btw) per dienst.
Onder de nieuwe regeling zal jaarlijks, per onroerende zaak, moeten worden bijgehouden of er kwalificerende vastgoeddiensten in gebruik zijn genomen en zo ja of in de herzieningsperiode het gebruik van de onroerende zaak is gewijzigd. In dat geval moet de eerder afgetrokken btw evenredig worden gecorrigeerd (‘herzien’). De herzieningsperiode is in principe 5 jaar. Onder voorwaarden kan een ondernemer voor een herzieningsperiode van 10 jaar kiezen, mits de economische levensduur van de diensten overeenkomt met die van onroerende investeringsgoederen. Het is nog niet bekend hoe en wanneer deze keuze vastgelegd moet worden.
Voor welke vastgoeddiensten geldt de nieuwe regeling?
De regeling geldt voor vastgoeddiensten met een ‘duurzaam karakter’. Dit houdt in dat de vastgoeddienst de onroerende zaak meerjarig moet bedienen en waarvan de kosten normaliter over meerdere jaren worden afgeschreven.
De regeling geldt voor vastgoeddiensten zoals het vernieuwen, vergroten, herstellen of vervangen en onderhouden van een onroerende zaak, inclusief met de verbouwing samenhangende sloopwerkzaamheden. Hierbij kan worden gedacht aan het schilderen van de kozijnen en deuren aan de buiten- of binnenzijde, grond- of asbestsanering, isoleren en gevel- of dakrenovatie, etc.
Belangrijk voor u:
De nieuwe herzieningsregels gelden voor vastgoeddiensten die vanaf 1 januari 2026 in gebruik worden genomen. Het kan daarom voordelig zijn om bijvoorbeeld renovatie-, verbouwings- en/of onderhoudswerkzaamheden in 2025 af te ronden en in gebruik te nemen.
Het moment van ingebruikname van de vastgoeddienst is bepalend. Vastgoeddiensten die u vóór 2026 al in gebruik heeft genomen, blijven erbuiten.
Er geldt een drempel van minimaal €30.000 exclusief btw, per afzonderlijke vastgoeddienst. Let op: het kunstmatig opknippen van een dienst in meerdere diensten, biedt geen oplossing. De Belastingdienst zal dit toch als één dienst aanmerken.
Wat betekent dit voor uw organisatie?
Btw-ondernemers die vastgoed bezitten of huren zullen met ingang van 2026 per gebouw (administratief) bij moeten houden of er kwalificerende vastgoeddiensten in gebruik zijn afgenomen en zo ja, of in de herzieningsperiode (5 of 10 jaar) een wijziging van het gebruik optreedt die leidt tot herziening van btw. Dit vraagt om goede planning en nauwkeurige vastlegging.