Verduidelijking over verkrijging van vermogensbestanddelen van subjectief vrijgestelde lichamen Publicatiedatum: 01-03-2023

Op 1 januari 2022 is de Wet tegengaan mismatches bij toepassing van het zakelijkheidsbeginsel (‘at arm’s length beginsel’) in de Nederlandse Wet Vennootschapsbelasting (hierna: Wet Vpb) geïmplementeerd. Het doel van deze wet is om mismatches (zoals dubbele niet-heffing) te corrigeren die ontstaan door onzakelijke onderlinge verrekenprijzen en ertoe leiden dat een deel van de winst van een internationaal opererende groep onbelast blijft.

Deze anti-misbruikwetgeving is echter zodanig ruim opgezet dat deze ook in binnenlandse verhoudingen van toepassing is, onder andere bij de overdracht van een vermogensbestanddeel door een subjectief vrijgesteld lichaam dat (bijvoorbeeld) actief is in de (semi-) publieke sector aan een gelieerde belastingplichtige entiteit (bijvoorbeeld een 100%-deelneming in een BV).

In Nederland gevestigde lichamen die actief zijn in de (semi-) publieke sector kunnen onder voorwaarden subjectief zijn vrijgesteld van de heffing van vennootschapsbelasting. Dit houdt in dat het lichaam, en daarmee de gehele door het lichaam behaalde winst, buiten de heffing van vennootschapsbelasting blijft.

De correctie waar subjectief vrijgestelde lichamen tegenaan kunnen lopen, kan worden geïllustreerd aan de hand van het volgende voorbeeld:
Een vrijgestelde stichting draagt een vermogensbestanddeel met een waarde in het economische verkeer van € 4 mln. ‘om niet’ over aan een 100%-deelneming in een BV. De gevolgen hiervan zijn als volgt:

  • Er is sprake van een kapitaalstorting door de vrijgestelde stichting ter grootte van € 4 mln.
  • Aangezien de stichting subjectief is vrijgesteld van de heffing van vennootschapsbelasting vindt er geen heffing plaats over de boekwinst behaald als gevolg van de kapitaalstorting.
  • De BV verkrijgt een vermogensbestanddeel met een waarde van € 4 mln. en kan hierover (in beginsel) afschrijven.
  • Op grond van de correctie dient de BV het verkregen vermogensbestanddeel voor fiscale doeleinden te waarderen op nihil in plaats van op de waarde in het economische verkeer.
  • Aldus is de fiscale boekwaarde van het vermogensbestanddeel nihil en kan er door de BV fiscaal niet worden afgeschreven op het verkregen vermogensbestanddeel. Als gevolg hiervan is  bovendien de volledige boekwinst bij eventuele vervreemding van het vermogensbestanddeel direct belast met vennootschapsbelasting.


Besluit staatssecretaris van 11 januari 2023

Uit een besluit van de staatssecretaris van 11 januari jl. volgt dat de waardering van het verkregen vermogensbestanddeel op nihil een onbedoelde correctie is als de overdrager een subjectief vrijgesteld lichaam is.

Om die reden heeft de staatssecretaris besloten dat in bovenstaande situatie de fiscale correctie, bestaande uit het waarderen van het verkregen vermogensbestanddeel op nihil, achterwege kan blijven als zowel voor de civielrechtelijke vormgeving als de jaarrekening van overdrager en belastingplichtige voor de kapitaalstorting de waarde in het economische verkeer wordt gehanteerd.

Dit besluit is van overeenkomstige toepassing bij een verkrijging door middel van een dividenduitkering, teruggaaf van gestort kapitaal, liquidatie-uitkering of een daarmee vergelijkbare rechtshandeling.

Tot slot 

Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen of wilt u weten of de deze problematiek binnen uw concern speelt? Neem dan gerust contact met ons op via onderstaand contactformulier of met uw eigen Govers contactpersoon 040 2 504 504.



Deel dit bericht:

We werken graag aan uw ondernemersdromen. Wat zijn uw ambities?

Elke succesvolle klantrelatie begint met een persoonlijke kennismaking. Een gesprek over uw ambitie en hoe wij u daarbij kunnen helpen. Laat hieronder uw gegevens achter en we nemen snel contact met u op.